Als je een spreekbeurt houdt of een
werkstuk over Nispen gaat maken
Als je een spreekbeurt gaat houden of een
werkstuk gaat maken over Nispen zit je op
de goede site. Om iets moois van je werk te
maken hebben we hier wat nuttige tips voor
je op een rij gezet. Veel succes!
Informatie verzamelen
Je hebt als onderwerp voor je spreekbeurt of
werkstuk ‘de geschiedenis van Nispen’ gekozen.
Het is belangrijk op een goede manier informatie
te verzamelen. Kijk op deze site eerst eens rustig
rond. Niet alleen bij deze speciale
jongerenpagina's maar ook op het algemene
gedeelte van de website van de heemkundekring.
Je ziet vast al een heleboel leuke dingen. Kijk ook
eens op andere sites, in het documentatiecentrum
op je school of in de bibliotheek. Zoek niet te
moeilijke informatie, dat is lastig lezen. En je kunt
eventueel ook eens gaan kijken bij het
ErfgoedCentrum van de heemkundekring in
Nispen, bij het Historisch Informatie Punt bij het
Tongerlohuys in Roosendaal of het West-Brabants
Archief in Bergen op Zoom
Plaatjes verzamelen
Begin op tijd met het verzamelen van plaatjes,
foto’s, tekeningen of andere illustraties
(bijvoorbeeld een leuke strip). Je hoeft ze dan
alleen nog maar in te plakken of aan het bord te
hangen. Voor een spreekbeurt heb je grotere
plaatjes nodig zodat iedereen in de klas ze kan
zien. Voor een werkstuk mogen ze ook klein zijn.
Plaatjes geven nieuwe ideeën voor je tekst. Je
vindt plaatjes eigenlijk overal. Op het internet (kijk
maar eens op deze site), in folders en boekjes van
de heemkundekring, in tijdschriften, kranten en
zelfs in reisgidsen staan er genoeg. Misschien kun
je ook zelf goed tekenen?
Voordat je gaat schrijven
Voor je echt gaat schrijven is het verstandig eerst
de gevonden informatie goed door te lezen en te
bekijken. Heb je goed gelezen? Maak dan een
lijstje met hoofdstukken die je wilt maken en zet
ze in de goede volgorde. Verzin ook een goede
titel. Een titel moet bij het hele werkstuk passen!
Geef ook je spreekbeurt een titel en bepaal de
onderwerpen waar je over wilt vertellen.
Je tekst schrijven
Schrijf niet zomaar iets op. Begin bij een
hoofdstuk en schrijf eerst iets in het klad op (typen
kan natuurlijk ook). Het helpt wanneer je eerst
allerlei trefwoorden verzint. Vertel aan het begin in
een paar woorden waar je het over gaat hebben
(dat heet een inleiding). Aan het eind vat je kort
samen waar je het over gehad hebt en
bijvoorbeeld waarom het onderwerp voor jou
speciaal was.
Na het schrijven controleer je de spelling,
leestekens en hoofdletters. Misschien moet die
ene zin toch net iets anders. Gebruik je eigen
woorden en schrijf de informatie niet letterlijk
over. Ook voor je spreekbeurt is dit belangrijk.
Dan lees je tenminste goede zinnen bij het
oefenen.
Zorg dat de pagina’s van je werkstuk er netjes en
mooi uitzien. Titels van hoofdstukken kun je dikker
maken of in een andere kleur zetten. Zorg ervoor
dat de plaatjes bij de tekst passen. Een nieuw
hoofdstuk begint op een nieuwe bladzijde.
Presentatie van je spreekbeurt
Zorg wanneer je een spreekbeurt moet houden,
dat al je klasgenoten je kunnen zien. Sta rechtop
en ga niet de hele tijd staan wiebelen. Probeer bij
je spreekbeurt rustig en duidelijk hoorbaar te
praten, stop zo nu en dan even en kijk de klas in.
Dat maakt het spannender. Stel ook je
klasgenoten eens wat vragen. Dat maakt je
spreekbeurt levendig. Lees je spreekbeurt niet
voor. Dat is saai. Schrijf wat woorden op een klein
papiertje en vertel spontaan. Als je echt niet durft
of iets vergeet, pak dan pas je tekst erbij.
Na je spreekbeurt zullen er vast kinderen zijn die
wat aan je willen vragen. Bedenk van te voren
alvast wat vragen en antwoorden. Dan ben je vast
minder nerveus.
Maak je spreekbeurt niet te lang. Let goed op de
tijd. Oefen een keer en kijk hoe lang je aan het
praten bent. Vraag je vader of moeder om een
keer te luisteren. Of je grotere broer, zus,
buurjongen, klasgenoot of voetbalmaatje. Je zult
zien dat het helpt je spreekbeurt te verbeteren.
Presentatie van je werkstuk
Maak voor je werkstuk een mooie kaft. Hier op
kun je de titel zetten, een mooi plaatje of een
tekening. Vergeet ook je naam en datum niet.
Schrijf op de eerste bladzijde de inhoudsopgave
(de titels van alle hoofdstukken en de nummers
van de bladzijden).
Veel succes!